Glasgow is met ruim 578.000 inwoners de grootste stad van Schotland en de 3e stad van het Verenigd Koninkrijk. Glasgow is een mooie uitvalsbasis voor de combinatie met het Schotse achterland. Natuurlijk is de Schotse geschiedenis rijk aan verhalen en avonturen. Verder heeft deze stad op culinair gebied heel veel te bieden.
Glaschu, de Schotse hoofdstad
Na een vlucht van iets meer dan een uur sta je op Schotse bodem. Het vliegveld is niet al te groot, dus ben je zo door alle checks heen. Vanaf het vliegveld zijn er verschillende manieren om naar de stad Glasgow te reizen. Dit kan natuurlijk per taxi (kosten ongeveer 30 euro), maar kan ook per bus voor 8 pond (ca. 9 euro). Een ideale manier om je naar de stad te begeven. Wij zaten echter in de spits dus waren we iets langer onderweg, maar normaal doe je er ongeveer 15 minuten over met buslijn 500.
Ons hotel, Motel One, is direct naast het centraal station gelegen. Een goed hotel met vriendelijk personeel en de kamer was goed. Misschien een tikkie klein, maar het belangrijkste was het bed en de douche. Beide waren super.
De eerste avond wilde we direct de Schotse keuken proeven. We werden door de vriendelijke hotelmedewerker getipt om te eten bij Café Gandolfi. Hoewel we geen haggis hebben gegeten, was het eten heel goed. Zelfs de aardappelpuree was zo lekker dat ik het zonde vond dat het op was. Deze tip is dus zeker de moeite waard.
De volgende dag hebben we ons laten inspireren door wat de stad Glasgow allemaal te bieden heeft. Zo zijn we begonnen op de necropolis van de stad en het naast gelegen Glasgow kathedraal. Heel apart om te zien dat de hele tuin van de kathedraal vol ligt met oude graven. Binnen in de kathedraal is de orgel, het glas-in-lood en zijn er natuurlijk christelijke beelden te zien. De kathedraal wordt ook wel Saint Mungo’s Cathedral genoemd, omdat dit gebouw mogelijk is geplaatst op het graf van de eerste bisschop van het koninkrijk Strathclyde.
Achter de kathedraal ligt de necropolis. Een berg vol graven van schrijvers, stadsbestuurders en vooral ook kooplieden. Het geeft tevens een mooi beeld van de kathedraal en uitzicht over de stad. Hoewel je niet voor je plezier een begraafplaats zal bezoeken, begrijp ik wel dat dit één van de top locaties is. Er heerst natuurlijk een bepaalde rust. Er liggen in totaal vijfduizend graven voornamelijk uit de 19 eeuw of eerder. Er zijn ook 15 graven voor soldaten uit de Eerste Wereld Oorlog en 4 uit de Tweede Wereldoorlog te vinden. Aan de zuidkant van de necropolis is een bierbrouwerij.
Vanaf de necropolis is het een klein stukje naar de het oudste huisje van de stad. Het Provond’s Lordship is in 1471 gebouwd als onderdeel van Saint Nicholas ziekenhuis. Het heeft verder dienst gedaan als huis van the Lord van Provand en als opvang voor mensen uit de kathedraal. Het huis is klein en smal, maar de tuin is heel mooi.
Na deze culturele ochtend zijn we naar Purrple cat cafe gegaan voor een kop koffie, een stukje taart en heel veel katten. Deze ietwat hippe kattencafe is de enige in Glasgow en biedt ongeveer 26 katten aan voor gezelschap en vertier. Alles staat in het teken van deze snoezige pluizenbollen. Naast je koffie en taart krijg je ook nodige bescherming zodat ze niet met je lekkernij er van door gaan. De medewerkers zijn vriendelijk en geïnteresseerd. Om binnen te komen, betaal je 5 pond en daarnaast natuurlijk wat je hebt gebruikt.
Onze weg vervolgde naar de metro om met enkele haltes uit te stappen nabij Kelvingrovepark. Vanaf Buchanan street kan je met de metro van Strathclyde Passenger transport naar Kelvinbridge. Deze ringverbinding is ruim 10 km lang en maakt de noordkant met de zuidkant bereikbaar.
Vanaf Kelvinbridge is het enkele minuten lopen naar het park. Dit park heette oorspronkelijk Westend park en ligt naast de Kelvin rivier. Er is een fontein te vinden ter ere van Milngavie waterworks. De fontein, the Stewart Memorial fountain, is opgedragen aan degene die er voor hebben gezorgd dat de stad werd voorzien van drinkwater. Verder grenst Glasgow University en Kelvingrove museum and Art gallery aan dit park.
Wij brachten een bezoek aan het museum, nadat we hadden geluncht bij de Finn market bar. Het doet wat Amerikaans aan, maar is een prima tent voor de lunch. Vanaf Chelsea market is het ongeveer 5 minuten lopen naar het Kelvingrove museum. Een schitterend gebouw met een zeer diverse collectie. In eerste instantie oogt dat rommeling, maar het heeft ook wat. Zo ga je van prehistorische dieren uit Schotland naar het oude Egypte of van Nederlandse schilders naar een expositie over conflict en gevolgen. Een speelse opstelling waarbij een oude Spitfire hangt boven het Schotse wildlife en waar je zowaar in het regenwoud bevindt om vervolgens in de Schotse geschiedenis te staan. Dit museum is een aanrader en nog gratis ook. Een gift is wel op z’n plaats.
Na dit bezoek liepen via de campus van Glasgow University terug naar de metro om vervolgens de avond af te sluiten bij de Nippon kitchen en een film in de bioscoop. Na ruim 17 km te hebben gewandeld, gestruind en geslenterd hadden de voeten de nodige rust verdiend.
Schotland – vanuit een Outlander perspectief
Voor de Outlander fan wordt dit verslag om te smullen. De serie is momenteel te volgen op Netflix en is een combinatie van mysterie, geschiedenis en Schotse cultuur. De serie gebruikt verschillende kastelen, landhuizen en dorpjes als filmlocaties. Hoewel deze dag in het teken staat van een bezoek aan deze locaties, hebben de kastelen, landhuizen en dorpjes natuurlijk ook een werkelijke geschiedenis. Dus ook voor de niet Outlander fan een mooie route om het achterland van Schotland te leren kennen.
Via Visit Scotland hebben we de Outlander tour geboekt. Je wordt opgehaald vanaf je hotel en verlaat Glasgow rond een uur of 9 in de ochtend. Deze dag hadden we dubbelgeluk, want de zon is niet weggeweest.
De tour start langs de filmstudio’s in Wardpark in Cumbernauld om vervolgens naar Doune castle te gaan. Dit kasteel was ook het decor voor Winterfell uit The Game of Thrones en Monty Python and the Holy Grail. Het kasteel staat bij het plaatsje Sterling en kent een lange geschiedenis. Zo was het ooit het kasteel van de ‘ongekroonde’ koning van Schotland en is het zwaar beschadigd tijdens de onafhankelijkheidsstrijd van Schotland. Je kunt het kasteel bezoeken voor 6 pond. Een audiotoer praat je er door heen met natuurlijk de stem van onder andere Jamie Fraser.
De volgende stop was Mindhope castle, oftwel Lallybroch. Dit kasteel stamt uit de 16e eeuw en ligt mooi afgelegen. Hoewel dit gebouw in de serie een behoorlijke rol speelt, valt het in de realiteit wel mee. Het is wat vervallen, maar voor de fans is de toegangspoort toch wel een dingetje.
Dichtbij Mindhope castle ligt het plaatsje Blackness en het gelijknamige Blackness Castle. In de serie deed dit kasteel decor als Fort William. Niet te verwarren met de echte Fort William dat ruim 194 km ten Noord West ligt. Blackness castle ligt er prachtig bij. Uitzicht over de rivier de Firth of Forth en in de verte de bruggen nabij Edinburgh. In verte is ook een scheepswerf te zien waar het Engelse vliegdekschip HMS Queen Elizabeth wordt gebouwd.
Het kasteel was in handen van de Schotse koning, James II of Scotland. Daarnaast heeft het dienst gedaan als gevangenis en was het ook de standplaats van Schotse artillerie. Het kasteel is meerdere malen versterkt en aangepast. Het is voor het laatst gebruikt tijdens de Eerste Wereldoorlog om daarna opengesteld te worden voor het publiek.
Het volgende plaatsje was Culross. Dit dorp is wat uiterlijk betreft niet veel verandert sinds de 18e eeuw en gaat in de serie door als Cranesmuir. Een mooie plek waar we in The Red Lion hebben genoten van de lunch. Een echte pub met prima eten. Overigens is de naam The Red Lion de meest gekozen naam voor de lokale pub. In Culross is Mercat Cross te vinden. In de serie Outlander vond hier de terechtstelling van Geillis en waar een jonge kerel aan zijn oor werd vastgenageld.
Na Culross was er nog één plek om te bezoeken, namelijk Falkland. Dit dorp stond in Outlander voor Inverness. Hoewel de echte Inverness ruim 200 km noordelijker ligt, is Falkland een idyllisch stukje Schotland. Deze plek is in één van de eerste scenes te zien met de bekende fontein waar Frank de geest van Jamie ziet die kijkt naar Claire in haar hotelkamer. Mrs Baird’s Guesthouse is namelijk een echt hotel/restaurant genaamd Covenanters hotel.
In Falkland eindigde de tour. Vanaf Falkland was het ongeveer 1,5 uur rijden naar Glasgow. Onderweg kwamen we nog the Kelpies tegen. Twee standbeelden in de vorm van paarden. Het ontwerp is van Andy Scott. Een kelpie staat voor gedaante verandering van bijvoorbeeld mens naar dier. Een van de vele mythes die in Schotland rondgaat is dat iedere Loch een kelpie heeft. Zoals het Loch Ness monster.
We kwamen rond 18.45 uur aan in Glasgow en bedankte de tourleider voor een mooie dag. De avond sloten we af met pizza en bier en tikte we nog een glas whisky weg, want een bezoek aan Schotland zonder whisky is natuurlijk onmogelijk.
De route die we hebben afgelegd, ziet er als volgt uit.
De volgende ochtend hebben we heerlijk uitgebreid ontbeten bij Bill’s Glasgow restaurant om vervolgen de bus 500 te pakken naar het vliegveld. Dat klinkt simpeler dan het is. Zondag lijkt wel een toeristen-wisseldag. Hoewel ieder 15 minuten een bus vertrekt, hebben wij 3 bussen voorbij laten gaan. Ze waren al te vol. Het aanbod voldoet dus op zo een dag niet aan de vraag. Dus dan maar de taxi genomen.
Een gedachte over “Glasgow, Schotse kastelen en landhuizen”